Dialoogtafels
Rectoren/directeuren hebben regelmatig aangegeven meer tijd en gezamenlijkheid te wensen met betrekking tot beleidsmatige vraagstukken en de inhoudelijke gesprekken vooraf te voeren en niet, zoals veelal gebruikelijk, in een discussie over een voorgenomen besluit. Tijdens de najaarsconferentie in oktober 2021 is afgesproken om als pilot aansluitend aan het CSO dialoogtafels te organiseren. Hiervoor zijn in periode van januari-juli 2022 vier CSO’s verlengd met dialoogtafels rondom zes thema’s:
Kansenverbetering;
Koers 2030;
Onderwijs tijdens een pandemie en duurzame onderwijsontwikkeling;
Middenveld/bedrijfsvoeringsprocessen;
Regionalisering en lobby;
SHRM.
De werkvorm dialoogtafel is voor de pilot gedefinieerd als een werkvorm om met elkaar, vanuit verschillende perspectieven, op strategisch niveau inhoudelijk het speelveld van een complex probleem te verkennen.
Het thema wordt zo voorbereid dat besluitvorming plaats kan vinden over een beleidsaanpak van het thema en over de prioriteit. Aan de dialoogtafel vindt géén inhoudelijke besluitvorming plaats. De uitkomst van een dialoogtafel is een voorstel aan de Raad van Bestuur, bijvoorbeeld een procesvoorstel of een strategisch-inhoudelijke opinievorming als input voor beleid.
Evaluatie werkvorm dialoogtafels
De pilot dialoogtafels is in het verslagjaar geëvalueerd.
De werkvorm/methodiek wordt onder meer als werkend ervaren voor een brainstorm, dialoog, verkenning, verdieping, samen nadenken, voor het creëren van draagvlak, visievorming over onderwerpen die een strategisch perspectief vanuit de vereniging vragen en beoordelen of het noodzakelijk/nuttig is voor de OMO-scholen.
Een goed evenwicht tussen de tijd die het kost en de opbrengst is nodig. De samenwerking met het bureau is als prettig ervaren. Kennis van buiten kan meer benut worden.
Voorstel voor vervolg
Op dit moment vindt beleidsontwikkeling plaats in stuurgroepen, werkgroepen en expertgroepen. Om de werkvorm dialoogtafel in de toekomst naast, in plaats van of in samenhang met deze groepen te gebruiken wordt door de groepen gereflecteerd op de vorm dan wel andere mogelijke vormen van samenwerking. Op basis van deze reflectie wordt in de toekomst bepaald welke vorm van samenwerken het beste past bij welk vraagstuk. Dat kunnen ook andere vormen zijn zoals broedplaatsen, scrumgroepen, etc.