Vernieuwde vmbo-structuur

Beroepsgerichte programma’s

De meeste leerlingen in het voortgezet onderwijs volgen onderwijs in het vmbo. De beroepsgerichte programma’s sluiten aan op de actuele ontwikkelingen in de (beroeps)praktijk en de vervolgopleidingen in het mbo. Ze houden rekening met leerroutes van leerlingen en dragen bij aan een betere organisatie van het onderwijs, ook op scholen met dalende leerlingaantallen.

In het verslagjaar is zowel op verenigings- als op schoolniveau veel aandacht besteed aan de ontwikkeling en implementatie van de specifieke informatiebeveiligingsplannen (IBP).

Vmbo-leerlingen van basis-, kader- en de gemengde leerweg kiezen één profiel, bestaande uit vier profieldelen die centraal worden geëxamineerd en vier keuzedelen die met een schoolexamen worden afgesloten. Deze keuzedelen kunnen ook van andere profielen afkomstig zijn. Voor elk profiel zijn minimaal vijf keuzedelen beschikbaar. De school bepaalt zelf welke keuzedelen zij aanbiedt en welke keuzemogelijkheden zij de leerlingen biedt.

De tien profielen zijn:

  • Bouwen, wonen en interieur

  • Dienstverlening en producten

  • Economie en ondernemen

  • Groen

  • Horeca, bakkerij en recreatie

  • Maritiem en techniek

  • Media, vormgeving en ICT

  • Mobiliteit en transport

  • Produceren, installeren en energie

  • Zorg en welzijn

Binnen de vereniging zijn alle examenprofielen vertegenwoordigd met uitzondering van ‘maritiem en techniek’. De profielen ‘zorg en welzijn’, ‘economie en ondernemen’, ‘dienstverlening en producten’ en ‘produceren, installeren en energie’ worden het meest aangeboden.

Sterk Techniekonderwijs

Met het programma ‘Sterk Techniekonderwijs’ is vanuit de overheid een bedrag vrij gekomen van 100 miljoen euro voor het stimuleren van techniekonderwijs. Hiermee hoopt de overheid een transitie mogelijk te maken naar duurzaam, dekkend en kwalitatief hoogstaand techniekonderwijs. Het slagen van het project is afhankelijk van de match tussen vraag en aanbod. Met de stimuleringsmiddelen kan het aanbod nader vormgegeven worden en toekomstbestendig gemaakt worden. Alleen de ontwikkeling van het aantal leerlingen zal sterk bepalend zijn voor de geldstroom na 2023. Of en hoe de doelstelling van het leerlingaantal gehaald kan worden maakt het des te uitdagender.

Schooljaar 2018-2019 stond in het teken van regie- en planvorming. Alle vmbo-scholen hebben zich aangesloten bij een regio voor Sterk Techniekonderwijs. De laatste regio heeft per juli 2020 ook goedkeuring ontvangen voor de plannen en is in schooljaar 2020-2021 gestart met de uitvoering.  

De kerngroep van het kennisnetwerk ‘Vernieuwingen vmbo’ denkt mee over mogelijkheden en thema’s om kennis te kunnen delen. Door de coronacrisis is een aantal fysieke bijeenkomsten en activiteiten, die scholen in hun plannen hadden opgenomen, niet mogelijk geweest. Toch zijn de meeste samenwerkende organisaties en betrokkenen bezig om zoveel mogelijk plannen te kunnen uitvoeren. Ook de kerngroep denkt hierin mee en binnen de vereniging houden de scholen (met ondersteuning vanuit het bureau) elkaar scherp over uitvoer van de plannen en de (financiële) realisatie.

De OMO-scholen hebben in 2020 de extra gelden vanuit een aantal doelstellingen ingezet. Een aantal scholen heeft het afgelopen jaar benut om een betere verbinding te leggen met het primair onderwijs om zo de basisschoolleerlingen kennis te laten maken met techniek en hen zo te interesseren voor de technische beroepen en de mogelijkheden van het vmbo.

Daarnaast hebben diverse scholen geïnvesteerd in (extra) capaciteit en het verhogen van de deskundigheid van docenten en instructeurs. De gelden zijn ook ingezet voor ontwikkeling en verbetering van de lessen door bijvoorbeeld de vakken natuurkunde, biologie en techniek te integreren en de lesstof te verrijken.

De gelden zijn ook ingezet om de projectorganisatie verder in te richten, die nodig is om de regioplannen voor de jaren 2020-2023 tot uitvoer te brengen.

Tot slot zijn er vanuit de doelstelling om techniek en techniekonderwijs en samenwerking met ketenpartners te promoten activiteiten opgestart, zoals met het primair onderwijs of met deelnemende bedrijven.

Sterk beroepsonderwijs

De komende jaren staan er opnieuw wijzigingen voor het vmbo voor de deur. In 2019 zijn hiervoor de eerste stappen gezet. De wijzigingen volgen uit ‘Sterk Beroepsonderwijs’ en hebben drie aandachtspunten:

  • Regionale samenwerking tussen vmbo, mbo en het werkveld. Bijvoorbeeld om meer gebruik te maken van elkaars kennis, expertise en faciliteiten. ‘Sterk Techniekonderwijs’ maakt hier onderdeel van uit. Ook op andere gebieden dan techniek wordt samenwerking gestimuleerd.

  • Doorlopende leerroutes vmbo-mbo. De wetswijziging is in 2020 in gegaan. Daarbij rondt een leerling niet eerst het vmbo af voordat de stap naar het mbo gemaakt wordt, maar kunnen gelijktijdig vmbo- en mbo-vakken gevolgd worden. Verschillende OMO-scholen zijn bezig met het ontwikkelen van een dergelijke doorlopende leerroute in samenwerking met het mbo. De voorbereidingen hiervoor zijn in 2020 getroffen. De situatie rond Corona heeft wel een vertragende werking op deze ontwikkelingen.

  • Samenvoeging gemengde leerweg en theoretische leerweg. In deze nieuwe leerweg zitten algemeen vormende componenten en een praktijkcomponent. Eind 2020 hebben scholen zich kunnen aanmelden als pilotschool. Er zijn dertien OMO-scholen die mee mogen doen in deze pilot. Acht scholen binnen technologie en toepassing, één school voor informatietechnologie, één school voor diensten en producten en één school voor zorg en welzijn.

Het kennisnetwerk ‘Vernieuwing vmbo’ volgt deze ontwikkelingen en trekt bij actuele thema’s samen op met de scholen om kennis te delen.