Financiële verantwoording
De vereniging hanteert een aantal financiële uitgangspunten, met name als het gaat om solvabiliteit en - daarvan afgeleid - het weerstandsvermogen. Voor wat betreft de solvabiliteit wordt onderscheid gemaakt tussen eigen vermogen in- en exclusief voorzieningen. Inclusief voorzieningen wordt een minimumwaarde gehanteerd van 30% en exclusief voorzieningen een minimumwaarde van 20%. De streefwaarde van het weerstandsvermogen op verenigingsniveau is 18% en op schoolniveau 8%. In deze verantwoording wordt, naast de interne richtlijnen, ook gekeken naar de richtlijnen die de onderwijsinspectie hanteert. Voor de liquiditeit hanteert de onderwijsinspectie een ondergrens van 0,50. Verder wordt gekeken of de gemiddelde rentabiliteit over een periode van drie jaar niet negatief is en of de huisvestingsratio niet hoger is dan 0,1. Tot slot heeft de BNG bank, waar de vereniging in 2014 een meerjarige financiering heeft aangetrokken, een aanvullend financieel criterium geïntroduceerd: de debt service coverage ratio (DSCR). Deze geeft aan in hoeverre een instelling in staat is rente- en aflossingsverplichtingen na te komen. De eis van de BNG bank is dat deze minimaal 1,2 bedraagt. De overige externe financierders stellen geen aanvullende eisen bovenop de eerder genoemde eisen.
Voor een uitgebreide toelichting voor diverse kengetallen wordt verwezen naar het hoofdstuk 'ontwikkelingen financiële kengetallen' in de jaarrekening.